Alfabetisch Bijbels [ingekort] register van de letter P en Q

 

Paddan – betekent vlakte – Gen.48:7 [Aram = Mesopotamië –Hos.12:13 – zie Paddan-Aram, het land tussen Eufraat en Tigris, waar Rebekka vandaan komt.[Gen.25:20]

Palestina - is afgeleid van Filistea en het Hebreeuwse woord voor Filistijnen staat in Jesaja 14:29 beschreven. Het heilige land: Zacharia 2:12. Wordt in de Bijbel Kanaän genoemd. Het is een smalle strook land in Zuidwest-Azië, aan de Midellandse Zee, 240 km lang, 140 km breed, met een oppervlakte van 26.000 vierkante km. Nadat de joden het veroverd hadden, noemde men het Israël.

Pallu – een der zonen van Ruben; hij ging ook mee naar Egypte, toen men had ontdekt dat Jozef daar onderkoning was. Van hem stammen de Pallulieten af. [Num. 26:5].

Paltiël [Palti] – de koning Saul had een dochter Michal, aan wie hij de toekomstige koning David als man gegeven had. Toen Saul en David ruzie kregen, gunde Saul zijn dochter niet langer aan David en haalde haar bij hem vandaan; hij zocht een andere man voor haar, namelijk Paltiël. Toen Saul dood was en David koning werd, nam hij zijn kans waar en haalde Michal terug. Er staat in de Bijbel, dat Paltiël radeloos was van verdriet, maar tegen de koning kon hij niets beginnen; Paltiël betekent ‘bevrijd door God’. 2 Samuël 3:15 en 1 Samuël 25:44;

Paradijs – zou gelegen zijn bij Bethlehem, geboorteplaats van Jezus – Paulus had een mystieke ervaring, dat hij weggevoerd werd naar het paradijs [2 Kor. 12:4] -

Paran – was een woestijn ten zuiden van Palestina; Ismaël woonde hier met zijn moeder Hagar, nadat aartsvader Abraham hen had weggestuurd; Paran betekent ‘uithollingen’ door de beken in de regentijd; zie ook Hab.:3;

Pascha = betekent ‘sparend voorbijgaan’-  Exod. 12:11; Pasea – Paseach

Pasen - Het paasmaal van de Joden aan de vooravond – voordat zij uit Egypte vertrokken – was het symbool, dat ze met God in contact wilden blijven, en via Mozes als redder kon dit plaatsvinden. Het paasmaal van de Israëlieten was het zinnebeeld van hun redding van het knechtschap van Egypte. De analogie van dit gebeuren verzinnebeeldt de bevrijding van de mensheid door zijn sterven en het overwinnen van de hel. Mozes, de uit de hemel gestuurde ‘redder’ stond tegenover de uit de hel gematerialiseerde Farao. Twee krachten staan hier  tegenover elkaar. Dit was tevens ook al een verwijzing naar de latere kruisiging van Jezus, die dan nog moest plaatsvinden.

Pashur – deze moest namens koning Zedekia aan Jeremia de profeet vragen, hoe het met de aanval van Nebukadnezar op Jeruzalem zou aflopen. Jeremia zei dat wie in de stad bleef, zou omkomen. Dit wilde men niet horen. Pashur en andere afgezanten zeiden tegen de koning: ‘laten we hem doden, want hij maakt ons zwak’. Zo belandde Jeremia in een put met slijk. [Jeremia 38].

Pederastie en verkrachting - Pederastie en verkrachting werden op schandelijke grote schaal bedreven in de grensgebieden tussen Joden en Grieken al 2000 jaar geleden. Dit werd 2000 jaar geleden al op de schandelijke grote schaal bedreven in de grensgebieden tussen Joden en Grieken. Die kinderen werden gewaarschuwd om niet langer dienstbaar te zijn aan de zinnelijkheid van de destijds wellustige Grieken. Faustus, een opperrechter, die de jeugd erop aan drong in alle ernst een godvrezend leven te leiden. Dat was ook de reden, dat de Heer Zelf deze kinderen niet kon bezoeken, hoewel Hij Zelf vervult van alle goddelijke liefde, geen toenadering kon en mocht zoeken tot dit hoogst zondige en verontreinigde vlees. Want Jezus is weliswaar een groot kin­dervriend: 'laat de kinderen tot Mij komen!' - maar ook hier geldt: 'Raak Mij niet aan!'. Het was dus volgens Jezus nodig om zulke kinderen te laten bevin­den op zeer doornige paden. bron: GJE 1-241

Peleg – de zoon van Heber, familie van Noach; hij werd 209 jaar – zijn naam betekent ‘verdeling’- want in zijn tijd ontstonden de verschillende talen – [peleg als ‘ploeg’, ‘omploegen’]

Peninna – het viel voor de vader van Samuël, die Elkana heette, niet mee om twee vrouwen te hebben. Één van haar, Hanna, had geen kinderen en daarom werd zij altijd door de tweede vroyw Peninna geplaagd, want die was er trots op wel kinderen te hebben’;

Perez – de zoon van Juda en Tamar was een tweelingbroer van Zera. Hij wordt in de geslachtslijst van Jezus ook genoemd; [Matth. 1:3]

Petrus - In 2495 v. Chr. zijn er oorkonden gevonden over Petrus. De apostel Petrus was in het jaar 48 bij Jozef van Arimathea, waar hij mogelijk de brieven der Hebreeën schreef (waarschijnlijker inog meer is Paulus). In Himmelsgaben [Hemelse Gaven] 3-64-22 zegt de Heer dat Petrus zelf, voordat hij nog van Jeruzalem wegging, waar hij zich in het huis van Lazarus of in het huis van Nicodemus of dat van Jozef van Arimathea ophield; hij vond het klaarblijkelijk nodig om juist in Jeruzalem een zogenaamde kerkvolkverzameling te houden, van waaruit hij aan deze gemeentes brieven schreef, dat zich gedeeltelijk als destijds nog joden en deels als christen zich streng aan de regels hielden; deze bijeenkomst is ook nog kort genoemd door de evangelist Lukas en ook dat dit weinig opleverde – waarover weer bij een samenkomst van Paulus hij Petrus scherp veroordeelde, omdat hij met de joden nog een volkomen jood wilde zijn en op hun regels, die IK opgeheven heb, toch een grote waarde legde. Petrus wordt ook wel Simon Juda genoemd - Simon, zoon van Jona. bron: GJE2-176 Petrus was de zoon van Jona in Bethsaïda en van beroep visser, later ‘mensenvisser’.

Petra – dit betekent ‘rots’- en deze naam kreeg de apostel Simon [Petrus] als erenaam, want op hem moest de gemeente bouwen. [Matth. 16:18];

Petronius - De Romeinse soldaat Petronius doorstak het hart van Jezus met zijn speer; dit om zeker te zijn dat Jezus dood was; ook uit medeleven, daar Jezus misschien in coma hing. Wat hij toen in zijn hart voelde – een intense ongekende pijn, toen hij de Heer doorstak, - had hem zijn hele leven veranderd. Deze genade viel hem toe, waardoor hij zag;

Paulus – hij was niet gehuwd en hij raadde dat zelfs af om geen vleesliefde te dienen – hij werd later door de landvoogd Felix gevangen genomen – Hand.22 - In het jaar 55 vertrok het gezelschap. Paulus leert dat de letter als uiterlijke materiële omhulling de geestelijke innerlijke kern dood, maar dat alleen de geest als de innerlijke kern het aangebodene levendig maakt. In 1 Kor.9:5 schrijft Paulus: ‘Hebben wij geen bevoegdheid om een ‘adelphen gynaika (zustervrouw) op onze reizen mee te nemen, zoals de andere apostelen en broeders van de Heer en Petrus? Paulus vertelt dat hij 14 jaar na zijn bekering naar Jeruzalem ging voor het zogenoemde apostelconvent, dat plaatsvond in 48. Hij was tentmaker van beroep. Hij moet minstens 25 jaar jonger zijn geweest dan Petrus. Paulus begint zijn leraarsactiviteit in het midden van de jaren veertig. Hij moet dus in het begin van de jaartelling geboren zijn 3 v. Chr.  Dat zou kunnen kloppen met de in het jaar 60 n. Chr. geschreven brief aan Timotheus, waarin hij aan de ene kant verwacht dat het einde voor de deur staat, maar anderzijds plannen maakt voor de toekomst, waarvoor hij zijn boeken en perkamenten nodig heeft. In 50 n. Chr. waren er al geschriften over Jezus – brieven van Paulus aan Galaten en Thessalonica. Paulus predikte in de jaren 60 – Het Bijbelboek Romeinen kan in 57 n. Chr. geschreven zijn. Paulus was geboren te Tarsis in Cilicië; zijn ouders waren joods, maar zijn vader had Romeins burgerrecht. Paulus was tentenmaker en leerling van de rabbijnenschool der Farizeeën. Zijn naam betekent ‘de kleine’. Hij was getuige van de steniging van Stefanus. Petrus spreekt positief kritisch over zijn brieven.

Pausdom - Petrus Romanus, de 112e en de allerlaatste paus. Zo zal hij zich noemen [Pius de 13e!]. Petrus betekent ook vader en Romanus Rome, de pater over Rome. De stad, gebouwd op zeven heuvels, zal verenigd worden. Als de laatste paus komt, zal er een 3e wereldoorlog uitbreken. Iran zal in die tijd ook New York nucleair bestoken door een kernbom. De Joodse Zohar schreef 700 jaar geleden al, dat er in het Joodse jaar 5773 ‘de koningen der Aarde’ zich zullen verzamelen. Lorber schrijft dat de valse stoel nog lang zal aanhouden, maar zal de 2000 jaar na de uitspraak van Jezus in 31 n Chr. niet meemaken. [2016>>>>>2031]

Pederastie en verkrachting werden op schandelijke grote schaal bedreven in de grensgebieden tussen Joden en Grieken al 2000 jaar geleden. Die kinderen werden gewaarschuwd om niet langer dienstbaar te zijn aan de zinnelijkheid van de destijds wellustige Grieken. Faustus, een opperrechter, die de jeugd erop aan drong in alle ernst een godvrezend leven te leiden. Dat was ook de reden, dat de Heer Zelf deze kinderen niet kon bezoeken, hoewel Hij Zelf vervult van alle goddelijke liefde, geen toenadering kon en mocht zoeken tot dit hoogst zondige en verontreinigde vlees. Want Jezus is weliswaar een groot kin­dervriend: 'laat de kinderen tot Mij komen!' - maar ook hier geldt: 'Raak Mij niet aan!'. Het was dus volgens Jezus nodig om zulke kinderen te laten bevin­den op zeer doornige paden. bron: GJE 1-241

Pelgrimtochten = Deut.29:22;

Petrus - De apostel Petrus was in het jaar 48 bij Jozef van Arimathea, waar hij de brieven der Hebreen schreef. In Himmelsgaben [Hemelse gaven] 3-64-22 zegt de Heer tegen Petrus, nog voordat hij van Jeruzalem wegging, waar hij zich in het huis van Lazarus dan wel in het huis van Nicodemus of dat van Jozef van Arimathea ophield, het klaarblijkelijk nodig vond om juist in Jeruzalem een zogenaamde kerkvolkverzameling te houden, van waaruit hij aan deze gemeentes brieven schreef, die gedeeltelijk in die tijd nog als jood en deels als christen zich streng aan de regels hielden; deze bijeenkomst is ook nog kort genoemd door de evangelist Lukas en ook dat dit zelfs weinig opleverde; bij andere een samenkomst veroordeelde Paulus Petrus nogal scherp,  omdat hij met de joden nog een volkomen jood wilde zijn en op hun regels, die Jezus opgeheven had, toch nog een grote waarde legde. Hij noemt zichzelf een vergrijsde schipper.  GJE2-176

Phanuel – de vader van Anna, de profetes

Philippus - De Heer: ‘Langs de weg, die nog enige tijd langs de oevers van de Jordaan slingerde, troffen wij Philippus aan, eveneens geboortig uit Bethsaïda, die in alle vroegte met een slecht net in de golven van de Jordaan een ontbijt zocht. - Petrus vestigde Mijn aandacht op hem en zei: 'O Heer! Deze man lijdt veel en is zeer arm, maar tevens is hij een zeer eerlijk redelijk en godvruchtig mens. Wat zou U er van denken, als U hem ook met ons mee liet gaan?' Op zo'n hartverwarmend voorstel van Petrus kan Ik alleen maar antwoorden met: 'Philippus, volg Mij!' Deze laat zich dat geen tweemaal zeggen, laat zijn net op de grond vallen en volgt Mij, zonder te vragen waarheen. Pas onderweg zegt Petrus tegen hem: 'Degene, die wij volgen, is de Messias!' Philippus zegt dan: 'Op het moment, dat Hij mij zo liefderijk geroepen heeft, heeft mijn hart mij dat al ingegeven'. Philippus was ongehuwd en omdat hij tamelijk veel van de Schrift wist gaf hij onderwijs aan de arme vissers. Hij kende Jozef van Nazareth persoonlijk, en kende Mij ook en wist daarom veel van wat er bij Mijn geboorte en in Mijn jeugd was voorgevallen. Hij was ook een van de weinigen, die in Mijn persoon heimelijk de Messias verwachtten; Philippus en nog enkelen hadden een zekere hoop behouden, want ze kenden de voorspelling van Siméon en Anna, die bij Mijn besnijdenis in de tempel uitgesproken werd, en daar verwachtten ze veel van. (bron: GJE1-9:3-5) - (GJE 1-9-2) Philippus. [=zijn naam betekent paardevriend]. [Philopold had vaak rake opmerkingen. Hij was ook welbespraakt!] bron: GJE2-56

Phoenezië - De Heer leefde 919 na Adam en vertoefde 1 ½ maand lang onder de Adamieten onder de berg Libanon in Phoenezië.

Pilatus procedure 26-36 n. Chr. zijn vrouw is gevlucht naar het huis van Lazarus en Stefanus de nog niet bekende jongeling bracht haar in het geheim voeding. Toen Jezus ruim 30 jaar was, regeerde de landvoogd Pontius Pilatus met een harde hand. bron: GJE1-150 - Pontius Pilatus, de verwijfde slappe landvoogd, was al aan de macht toen Jezus een half jaar met Zijn prediking begonnen was. En dat was al in het jaar 22-23 n. Chr. Pilatus  regeerde tot 36 n. Chr. Als Jezus in het jaar 26 n. Chr. gekruisigd werd, dan zou Pilatus nog 10 jaar geregeerd hebben? Het 14-jarige meisje Jarah droomde, dat de zwakke Romeinse landvoogd Jezus tot de dood aan het kruis laat veroordelen. En Jezus heeft bij al die pijnlijke martelingen niet één kreet van pijn gegeven. Ze spijkerden de Heer aan het dwarshout. Met Pontius Pilatus is echter niets te beginnen (zei de hoofdman uit Genezareth). Hij is een natuurvorser, een boezemvriend van de geleerden van Pompeji en Herculanum, en hij bekommert zich weinig om regeringszaken. Hij laat Herodes en de tempelpriesters hun willekeur botvieren, als zij hun schatting aan Rome maar op tijd en juist betalen. Gelukkig behoor ik hier niet bij de staf van Pontius Pilatus, maar bij die van Cornelius en die staat weer onder de wijze en heel rechtvaardige oude vader Cyrenius. Pontius Pilatus was dus een trage landvoogd. bron: GJE2-86,120,163,192 – zijn naam betekent: ‘met een speer’; zijn residentie was in Caesarea [vlakbij Tiberias] aan het meer; ‘pileatus’= met een hoed, nl. de wolk om de top bij goed weer;

Pinksterfeest - De 50e dag na Pasen.  [zie Hand. 2]. Twee oogstfeesten, toen de , volle oogst binnen was [Loofhuttenfeest].  Zie ook Lev. 23:4, Rom. 11:12 en Zach. 14:16;

Plaatsen waar Jezus was, bijv. bij: Auran – aan de oostelijke jordaan-oever, Basaltstad in Hauran, Chotinodora, El Azarije [Bethanië], Emmaus [bakkersdorpo], Essea, Juitergli, Malaves  a.d. Euphraat, Morgenkop bij Kis, Nahim, Vissersdorp bij Chotinodora, Gabbatha, Seba  a.h. meer van Galilea, enz.

Plagen, de tien – in Egypte  -1- water van de Nijl werd bloed – 2- legers kikvorser -3- legers muggen -4- steekvliegen -5- pest onder het vee -6- iedereen kreeg zweren -7-hagelstormen verwoestten de akkers -8- legers sprinkhanen vraten alles kaal -9-drie dagen donker -10- oudste kinderen van de gezinnen stierven;

Plagerijen van de Heer – Het vijftienjarige meisje Jarah zei tegen Jezus: Want ik weet allang dat God de mensen, die Hij bijzonder liefheeft, met allerlei lijden bezoekt! Als U, o Heer, mij werkelijk echt zult beginnen te plagen, dan zult U me pas helemaal liefhebben!" IK zeg: "O Mijn lieve kindje, zo'n rein hart als dat van jou zal God nooit plagen, maar Hij plaagt alleen die, die God wel liefhebben, maar tevens toch ook zo nu en dan een oogje op de wereld hebben. Die drijft God dan door allerlei plagerijen de liefde voor de wereld uit het hart, opdat zij een geheel rein hart krijgen. GJE2-127 [21]

Plantenwereld - Op de gehele aarde is slechts één engel aangewezen om te zorgen voor de groei van al het gras, alle struiken en bomen, ieder naar zijn aard, en de voortbrenging van de grootste verscheidenheid aan vruchten, en voor alle dieren in het water, in de lucht en op de aarde. bron: GJE1-196

Plannen, goede voornemens hebben - Wie goeds van plan is, zal steeds door een goede wind geleid worden; wie echter iets slechts in de zin heeft, zal steeds een slechte wind hebben. bron: GJE1-204

Plato - Volgens Plato is de mens lichamelijk een afstammeling van de apen en geestelijk een afstammeling van de verscheurende beesten. Daarom moet er aan het hoofd van een grote gemeente een sterke en wijze Simson staan, die het samengestelde dier, dat zich mens noemt, met de zwaarste tuchtroede het tweevoudig dierlijke uitdrijft en hem in de loop der jaren in zoverre temt dat hij tenminste voor de helft mens wordt!' bron: GJE2-177 - De opperrechter uit de stad zei: 'O Heer en Meester! Nu word ik echt bang in Uw tegenwoordigheid, want ik voel steeds meer mijn volslagen nietigheid en Uw volkomen alles in alles, en Plato had gelijk toen hij zei: 'Ik heb in een visioen de zoom van Gods kleed gezien, alles was veranderd in licht, en ik zag mijzelf daarin als het ware volledig tot niets opgelost; alleen de liefde voor de Godheid zorgde ervoor dat ik mijn bewustzijn behield!' Ik zei: 'Daar had deze filosoof gelijk in -maar voor zijn tijd; van nu af aan zal dat anders zijn! Want Ik heb Mijzelf met een lichaam omgeven om voor­taan niet meer als een onbegrijpelijke en niet te aanschouwen God aan jullie te verschijnen, maar als een mens, met wie jullie net zo kunnen praten en omgaan als met elkaar, en daardoor heb Ik jullie niet alleen tot Mijn volko­men op Mij lijkende kinderen, maar ook tot Mijn ware vrienden en broeders gemaakt. Met dat geschenk van Mij zullen jullie allemaal wel tevreden zijn, en het zal jullie niet hinderen als jullie inzien dat Ik in Mijn eeuwige, goddelijke eigenschappen nooit te bereiken ben. GJE10-207-10-12

Pleiaden – het Zevengesternte – Job 9:9, 38:31 en Amos 5:8;

Pniël – Jacob vocht op een nacht bij de Jabbok met een onzichtbare en werd kreupel. Hij noemde deze plaats Pniël, want zei hij: Ík heb God gezien van aangezicht tot aangezicht en mijn leven is behouden gebleven’. [Genesis 32:30]

Politiek – Tegen de Schriftgeleerde zei Jezus: 'De vossen hebben holen, en de vogels onder de hemel hebben nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets, zelfs geen steen in deze wereld als bezit, zodat Hij daarop Zijn hoofd neer kan leggen!' (Matth. 8,20) - En de Schriftgeleerde begreep Mij, wendde zich af en ging naar huis. Want Ik gaf hem daarmee te verstaan, dat ook hij een sluwe vos was en daarom ook een hol (betaalde baan) had, en dat vogels van zijn pluimage, onder de hemel, d.w.z. ver beneden de zuiver goddelijke waarheid en liefde, hun nesten, d.w.z. hun voedings- en rustplaats hebben waar ze hun prooi verteren; maar dat bij de Mensenzoon niets te vinden is van al de wereldse bedriegerijen, zelfs niet een zogeheten politieke kunstgreep (steen), waarop je zo nu en dan je geestelijke 'hoofd' kunt laten uitrusten! De Schriftgeleerde begreep precies wat Ik bedoelde en ging, zoals gezegd, zonder nog een woord te zeggen, vlug naar Kapernaüm terug. bron: GJE1‑102

Potifar – was hoofd van de Koninklijke lijfwacht in Egypte – hij kocht Jozef, die hem als slaaf moest dienen. Het leek er toen nog niet op dat deze slaaf eens onderkoning zou worden! p.t.pi.Ra = gegeven door de afgod Ra [korte vorm van Potifera] -

Potifera – priester in On, was de schoonvader van Jozef; Prediker – dit boek uit het OT probeert antwoord te geven op de vraag wat voor nut ons bestaan en ons werken heeft;

Prijzen en liefhebben - Als jullie iemand prijzen, prijs dan degene die echt lof verdient. Als iemand die geprezen wordt, echter ijdel wordt, prijs hem dan niet meer, want de ijdelheid is het zaad van de hoogmoed, en dat is de geest van de satan. bron: GJE2-113

Pro-Adamieten – 6 ½ jaar miljoen geleden werd de Aarde uit de Zon geworpen. Voor Adam bestonden er dierlijke mensen, de Hottentotten en de Papuas, die niet met Gods geest geïnspireerd waren, want zij waren in hun spraak zonder articulatie – voor de geboorte van de Heer op Aarde, nu inmiddels weer 2016 n. Chr. en bijna 6000 jaar geleden.

Profeten – het Hebreeuwse woord voor profeet betekent ‘hij die voor een ander spreekt’. De leerlingen kunnen zich niet voorstellen, dat de leer van hun Meester vervalst kan worden. Dat dachten vroeger ook de aanhangers van Mozes destijds, zegt Jezus tegen de leerlingen. Want toen Hij (God de Heer) hen op de Sinai de wetten gaf, dat iets meer dan zeven jaar duurde, werd er in die zeven jaar namelijk het gouden kalf gegoten en aanbeden. Daarna duurde het nog ongeveer drie-en-dertig-jaren in het geheim en niet voor iedereen waarneembaar. Wanneer er iets speciaals gebeurt in de wereld, zijn de meeste er als de kippen bij, vaak om financiële redenen. Zulke mensen zijn als onkruid, dat echter nooit vernietigd mag worden (door de vrije wil van de mens) en het levert nog wat mest op voor de akker. Maar de gevolgen blijven nooit uit. Jezus waarschuwt voor valse profeten. Petrus vraagt hoe zulke onjuiste profeten te herkennen zijn. Dan zegt Jezus dat zij aan hun vruchten herkenbaar zijn. Veel mensen zullen nog zeggen, dat zij de ware volgelingen zijn van de Christus, maar dezulken verdienen er veel geld mee. Petrus en Johannes zeggen, of de Heer dan geen bliksem en donder meer heeft. Daarop zegt Jezus, ei, ei, zijn jullie kinderen van de donder of kinderen van God. De bliksem verwoest en vernietigt, waar hij inslaat, maar de kinderen van God hebben een ander wapen, dat heet geduld en zachtmoedigheid en liefde. (GJE6-235)

Profetie uit Bijbel in vervulling gegaan - Jesja 9: Het land Zebulon en het land Naftali, aan de weg langs het meer aan de overzijde van de Jordaan en het heidense Galilea. Dit volk, dat in duisternis was, heeft een groot licht gezien en voor allen die daar in de schaduw van de dood zaten, is een geweldig licht verschenen. (GJE 1-12-2) -  Zie ook: Dit vinden we o.a. in Micha 5:2, Lukas 2:1-7, Zach.11:12 en 12:10, Matth. 26:15, 27:35, 24:1,2 en 4:5, Psalm 22:18, 34:20, Joh. 19:33-37, Deut.18:15,18, Levitucus 8:14, Joel 2:23 en Hand. 3:22, 7:37;

Pro-consul van Syrie en Cilicië in 7 v. Chr. met de telling begonnen - Munt van Quirinius;

Publius – hoogste bestuurder van het eiland Malta, die Paulus na zijn schipbreuk gastvrijheid verleent. Zijn vader wordt door Paulus genezen – ook Cyrenius of Quirinius naam was: Publius Sulpicius Quirinius;

 

[Het Bijbels Namenboek Jurriaan Wijchers en Simon Kat, Bijbels woordenboek Lize Stilma & De Nieuwe Openbaringen – Jakob Lorber – 1840]   

 

UpToDate 2024-2025